Na de wedstrijd in Harelbeke wilde ik graag aan nog een gedichtenwedstrijd meedoen, maar het liefst wel iets dichter bij huis. Tot mijn grote geluk organiseerde het WNF een gedichtenwedstrijd op het hoofdkantoor in Zeist. Het onderwerp was “natuur” en daar waren veel mooie gedichten voor ingestuurd. Er was een vrij bont gezelschap aanwezig bij de uitreiking wat de inzendzingen heel leuk en divers maakte. Uiteindelijk zijn beide van mijn inzendingen in de bundel gekomen en zijn ze op de zevende én honderdvijfde plaats geëindigd. Ze zijn hieronder te lezen.
Hoogtevrees
Ik eet mijn pasta zonder wormen
Ook zaden pik ik liever niet
En als het buiten weer moet stormen
vlucht ik weg van geel gebied
Ik kan niet langs de vlagen duiken
Ik heb geen zintuig voor thermiek
Mijn huid zo kaal als van een kuiken
Dit leven stokt bij mijn fysiek
Geen snavel maar een rare snuiter
Ogen slechts naar voor gericht
Mijn lippen werken niet als fluiter
Ik weeg twee keer mijn startgewicht
In de bijt steek ik er flink bij af
met mijn grondgebonden aard
Maar een vreemde vogel is geen straf
als je maar niet te vaak de lucht in staart
Want daarboven blijft het dromen
beperkt tot stelen van een friet
Terwijl bij ons onder de bomen
geldt “de sky” is het limiet
Dus zie je ze vaak vliegen
en pas je niet echt in de V
Praat jezelf geen vleugels aan
maar ga op trektocht in 2D
Sloddervos
Mijn tuin is niet netjes maar puur
Wat vaak zorgt voor een zeurende buur
“De straat wil graag af
Van jouw woud en giraf”
Dat zal maar dit is mijn natuur